Obducties van jongvolwassenen onderzocht

In de periode van januari 2000 tot en met oktober 2022 is er onderzoek gedaan naar de meerwaarde van postmortaal onderzoek bij jongvolwassenen. Voor dit onderzoek zijn volwassenen geïncludeerd in de leeftijd van 18 t/m 45 jaar die na natuurlijk overlijden een klinische obductie hadden ondergaan (in de Isala Klinieken te Zwolle). 

Doel van dit onderzoek was het inzicht krijgen in hoe vaak obducties en andere postmortale onderzoeken worden uitgevoerd en wat de bijdrage van het postmortale onderzoek was op het vaststellen van de doodsoorzaak van jongvolwassenen.

Resultaten

In de onderzoeksperiode zijn 212 obducties uitgevoerd bij natuurlijk overleden personen in de leeftijdscategorie 18-45 jaar. Van deze 212 personen was het overlijden in 54 gevallen (25,5%) verwacht en in 158 gevallen (74,5%) onverwacht. Van 116 overledenen was de doodsoorzaak aanvankelijk onbekend (bij 7 verwachte en 109 onverwachte overlijdensgevallen). Na postmortaal onderzoek daalde dit tot 15 overlijdensgevallen (verwacht: 0; onverwacht: 15) waarvan onbekend is gebleven wat de doodsoorzaak is geweest. Dit betreft een reductie van 54,7% naar 7,1%. Bij 16 (16,7%) van de overige 96 overledenen werd de veronderstelde diagnose of doodsoorzaak gereclassificeerd, omdat de juiste diagnose naar alle waarschijnlijkheid zou hebben geleid tot een verandering in de behandeling.

Conclusie

Het uitvoeren van postmortaal onderzoek draagt bij aan het reduceren van het aantal onbekende doodsoorzaken, zowel bij verwacht als onverwacht overlijden. Daarnaast geeft postmortaal onderzoek meer kennis over ziektebeelden, het verloop daarvan en de daadwerkelijke doodsoorzaak bij jongvolwassenen.

Lees de volledige onderzoeksresultaten >>

Lees meer